Sri Lanka | |||||
|
Lucia en Phillip de Graaff | ||||
HOME :: | |||||
|
|||||
|
Vandaag is het mooi weer. We hebben 3½ uur gewandeld en zijn er wel achter dat we eigenlijk geluk hebben gehad met het weer tot nu toe. Ondanks alle wind en regen zijn we maar twee keer nat geregend. Als we alle beklimmingen en bezoeken hadden moeten doen in een hitte zoals vandaag was het een stuk minder leuk geweest. Het grootste deel van de groep hangt al in de lucht op weg naar huis. Jacqueline en Jan zijn met wat andere Nederlanders naar een ander resort vertrokken. Wij hebben besloten om een reisje te gaan maken op eigen houtje. Het hotel waar we nu in zitten is al betaald dus dat kost ons twee nachten extra. Jammer dan. We hebben even een tuktuk naar het station genomen, een rit van 10 minuten voor 100 roepies (€0,65). Het station ziet er heel primitief uit; je herkent het niet eens als station. Je kunt niets reserveren; gewoon een half uur van tevoren aanwezig zijn. Ik hoop dat ik in Colombo nog plaatsen kan krijgen voor de trein van de volgende dag en voor de terugreis op zaterdag.
Het leek wel of een bezienswaardigheid waren. Tussendoor even naar een plaatselijke kapper geweest. Na het knippen pakte hij een flesje en gooide wat druppels op mijn hoofd. Het zag eruit alsof ik daarmee spontaan kaal zou worden. Hij deed er nog wat ander spul bij en ik kreeg een fantastische hoofdmassage.
Onderweg naar het hotel een heerlijke echte cappuccino gedronken. Eindelijk normale koffie in plaats van de Sri Lankaanse koffie, een genot gewoon.
In Colombo aangekomen probeerden we direct de treinreis met panoramawagon te reserveren voor de volgende dag. We waren al een beetje bevreesd want we zagen op een groot whiteboard overal staan “Full”. Dat was voornamelijk voor Kandy maar dat wisten we eigenlijk al van tevoren. Er was wel plaats voor Bandarawela doch toen kwam de deceptie, de terugreis was een probleem. De enige mogelijkheid was 8½ uur heen in de panoramawagon dan wachten en meteen weer 8½ uur terug op een houten bankje. Dat was te veel van het goede dus zagen we maar overal van af.
Vervolgens gingen we de winkeltjes bekijken in de regen. Colombo is eigenlijk een verschrikkelijke stad. Op de plaatsen waar wij liepen was net zo snel te voet als met de auto en stinken naar uitlaatgassen, gek werd je ervan. We kochten nog wat en er was geen motivatie om naar “The House of Fashion” te gaan. De voorlaatste trein van 17.35 uur namen we terug. Onderweg naar het station in de mensen massa liep iemand tegen me op. Meteen was ik op mijn hoede omdat we al gewaarschuwd waren voor zakkenrollers. Ik had dan ook niets in mijn zak. Ineens rommelde er een hand aan mijn broekzak. Onmiddellijk duwde ik de man weg en gaf hem een flinke por met mijn elleboog. Ik hoop dat hij een paar fiks gekneusde ribben heeft. Ik wilde hem nog grijpen, maar hij was al te ver weg en even later herkende ik hem niet meer in de mensenmassa. “O daarom deed je dat”, zei Lucia toen ik vertelde dat het een zakkenroller was. “Ik vroeg me al af wat je aan het doen was”. Nu kun je hier gemakkelijk flink doen als westerling die boven al die kleine mensjes uittorent. Lucia hoefde me nooit te zoeken, ze zag mij boven iedereen uit steken. Op perron 5 moesten we zijn, zei de beambte toen we met onze 3e klas kaartjes van 85 roepies per stuk het station binnen liepen. De trein kwam echter op perron 6 aan, gelukkig op hetzelfde platform, want we misten hem nu al bijna omdat we dat niet verwachtten. Heel dom van ons, want je kunt hier alles verwachten. Zitplaatsen waren er niet, de trein puilde uit. Een oudere man zorgde na 45 minuten voor een zitplaats voor Lucia en half uur later deed hij dat ook voor mij. Nu was het gat dat was ontstaan geschikt voor Sri Lankaanse billetjes, dus ik plofte er maar tussen. Hup, aan twee kanten schoof alles spontaan op. De mensen gierden van het lachen. Een uur later werd het rustiger in de trein en er kwam een zitplaats vrij. Lucia tikte een vrouw aan en wees op de zitplaats dat ze kon gaan zitten. Het leek wel of ze de grootste grap ter wereld vertelde want iedereen eromheen barstte spontaan in lachen uit. Op het station aangekomen (wij werden door de buurman gewaarschuwd omdat het niet te herkennen was in het donker) wilden wij een tuktuk nemen. Die vroeg echter de helft meer, terwijl je als buitenlander al veel te veel betaalt. Ik ging nog liever lopen. Op het busstation namen wij voor 100 roepies een tuktuk naar het hotel. Iedereen was verbaasd, want ze verwachtten ons helemaal niet. Moe van de reis en de uitlaatgassen vielen we in slaap om de volgend ochtend te ontwaken met regen, harde wind, grauwe lucht en zee, net als de vorige dag. Maar het zal nog wel opknappen straks.
|
|